zaterdag 17 november 2007

economische onvrijheid


Op de Italiaanse tv hoor ik het een Indische econoom zeggen:
De enige echte onvrijheid is economische onvrijheid.

En in één klap weet ik dat hij gelijk heeft. 
En ik snap nu ook waarom ik mij niet onvrij voel: ik ben niet arm.
Ik kan wonen en bewegen zoals ik wil, binnen de tamelijk ruime financiële grenzen, die de erfenis van mijn vader mij toestaat.
Ik word niet verteerd door geldzorgen, maar ik weet uit herinnering hoe dat is. 
Dat is héél erg. 
Dat is allesbeheersend verschrikkelijk.

In financieel opzicht ben ik dus vrij en daarmee kan ik het in emotioneel opzicht ook zijn, als ik dat wil, ik hoef slechts mijn vrijheid te herkennen. 
Dat doe ik door mij te herinneren hoe ik mij voelde, een half jaar voordat ik achter de tralies belandde. Mijn beste vriend was overleden en ik wist wèrkelijk even niet meer wat ik met mezelf aan moest.
Ik was eenzaam en verslaafd aan geld verdienen.

Ik werkte me helemaal gek en deed alleen maar dàt, want verder viel er toch niets te beleven.
Er stond weliswaar geen carabinieri voor de deur, maar voor mijn plezier ging ik de deur niet uit. Voor mijn plezier deed ik niets.

Nu ga ik iedere dag, van 10 - 12 en ik geniet ervan omdat het kàn en omdat ik de bergen zie en omdat het mooi is en omdat ik er foto's van kan maken, die ik dan aan jullie laat zien.

De moraal van dit verhaal: als je eenzaam bent en nergens zin meer in hebt, verbeeld je dan, dat je net uit een hele foute, sombere, nare, agressieve, lelijke gevangenis komt, met bruine muren waar de verf vanaf bladdert. Een gevangenis met schreeuwende bewakers in de holle gangen, waar het altijd koud is.
Verbeeld je, dat je nu in huisarrest zit aan de andere kant van de heuvel, op een beneden-étage waar je eigen muziek uit de stereo komt.
Verbeeld je, dat je 2 uur per dag naar buiten mag.
Van 10 tot 12.

Misschien voelt het bespottelijk, als je je dit verbeeldt, maar luister: ik zit hier ook voor spot. 
De reden waarom ik hier zit is bespottelijk, maar nog erger is het, dat ik zo kan weglopen. Ik heb de sleutel van het hek. Het is mijn keus, dat ik hier nog zit. 

Ik zit hier nog vanwege oorzaak en gevolg en mijn lamlendige prefrontale cortex, die daar rekening mee wenst te houden.

Als ik er namelijk de brui aan geef, is het gevolg dat mijn omgeving niet meer te vertrouwen is, omdat ik op de telex sta. 
Vanaf het moment dat ik hem smeer, ben ik op de vlucht. Geen moment rust meer.
Een vliegtuig nemen moet vanaf dat moment met valse papieren en als het toch nog misloopt, zal ik door mijn vaderland aan Italië worden uitgeleverd, want dat gebeurt tegenwoordig.
Maar ik kàn hier weggaan, er zit geen stalen hek om mij heen. 

Dus als je  je verbeeldt dat je maar 2 uur per dag naar buiten mag, ben je niet gekker bezig dan ik: we zijn allebei bezig om ons zo goed mogelijk te voelen, of niet stapelgek te worden . . . snap je: ik ben niet gevangener dan jij.

En dan ga ik nu vertellen waarom het de moeite waard is om deze gekke oefening te doen:  je kunt er blij van worden.
En alleen dààr gaat het om:  je wordt er blij van.

De rest is volstrekt onbelangrijk. Zolang je geen Einstein of anderszins groots publicerend denker bent, ben je volstrekt onbelangrijk in de geschiedenis, dus telt alleen het nu, hier, voor jou: hoe kom je de 100 jaar dat je hier bent zo leuk mogelijk door, op 'n manier die goed is voor jezelf, en voor je directe omgeving, voor nù en voor de lange termijn . . .

Zo simpel.






Geen opmerkingen: